Een gids begeleidt een groep Amerikaanse toeristen die Brussel willen bezichtigen. Eerst bezoeken ze het stadhuis, en een Amerikaan schept op: "Mooi stadhuis, maar bij ons zijn de stadhuizen veel groter." Later bekijken ze een kerk, waar een Amerikaan beweert: "Leuk kerkje, maar die van ons zijn veel groter!" De gids raakt wat ontmoedigd, maar neemt de toeristen toch verder mee de stad in. "Dat is...", begint hij, maar een Amerikaan onderbreekt zijn verhaal en vertelt dat wat het ook is, het bij hun veel groter is. "Dat geloof ik meteen.", zegt de gids spottend, "Dat is namelijk het plaatselijke gekkenhuis."

In het Ministerie zitten muizen in het archief. De Raad van Beheer komt samen en er wordt besloten op proef een kat aan te nemen. De toestand verbetert in korte tijd behoorlijk. Een paar maanden later wordt er weer geklaagd over muizen in het archief. "Ambtenaar Jansen, hoe kan dat nu", zegt de directeur, "wij hebben toch een kat aangenomen?" "Ja", zegt ambtenaar Jansen, "maar de kat is nu in vaste dienst."

Een Belg rijdt achterstevoren met zijn vrachtwagen een berg op. Hij komt een man tegen, die hem vraagt waarom hij achteruit rijdt. "Ik kan mijn wagen bovenop de berg niet keren", antwoordt de Belg. "Da's nog best slim", denkt de man bij zichzelf. De volgende dag komt hij weer de Belg tegen, die nu achterstevoren de berg weer af komt rijden. "Waarom rijdt u nu weer achteruit?", vraagt de man hem. "Je gelooft het nooit.", zegt de Belg hem, "Het lukte met toch om mijn wagen bovenaan te keren!"

Op een cruiseschip werkt een goochelaar. Hij heeft een mooie, felgekleurde papegaai die helaas één nadeel heeft: hij verklapt alle goocheltrucs. Op een dag zinkt het schip. De goochelaar en zijn papegaai springen nog op tijd van boord en drijven op een stuk hout in de oceaan. Na uren stilte zegt de papegaai opeens: "Oké, ik geef het op. Waar heb je het schip gelaten?"

Een meneer kon niet plassen en ging naar de dokter. Hij kreeg een drankje voorgeschreven. Hij dronk het flesje leeg en gooide het in de struiken. De volgende dag kwam een vrouw bij de dokter. Zij kon niet goed poepen. De dokter schreef haar een ander drankje voor. Zij dronk het flesje leeg en gooide het weg in de struiken. Nog een dag later kwam een man bij de dokter die niet meer kon dansen met zijn vrouw. Ook hiervoor had de dokter een drankje. Nadat de man het flesje had leeggedronken gooide hij het in de struiken. De volgende dag kwam er uit de struiken een eekhoorntje: pssst pffff cha cha cha, pssst pffff cha cha cha...

Loopt een dom blondje met haar vader in het bos, vraagt ze: "Is het nog ver?" Vader zegt: "Ja, want we zijn pas in het bos." Een tijd later vraagt ze (als ze al het bos uit zijn): "Hoe ver is het nog?" "Maar kindje," zegt vader, "we zijn al lang uit het bos." Antwoordt het blondje verbaasd: "Oh, maar hier staan toch ook bomen?"

Twee Belgen zitten in een kroeg. Dichtbij zit een Hollander. "Zeg, weet jij het verschil tussen een kokosnoot en een Hollander?" vraagt de ene Belg aan de andere, hard genoeg dat de Hollander het wel moet horen. "Ikke niet", zegt de tweede Belg. "Wel, van een kokosnoot kun je wat drinken", stelt de eerste weer. "Nou, nou" zegt de Hollander terwijl hij gezellig bij de Belgen komt zitten. "Willen jullie wat drinken?" "Nou, graag" zeggen de Belgen. "Moeten jullie een kokosnoot kopen" stelt de Hollander voor.

Een klein jongetje zit met zijn al even kleine zusje in bad. Na een tijdje kijkt het meisje naar beneden en vraagt: "Mag ik hem even aanraken?" "Niks ervan," zegt het jongetje, "je hebt die van jezelf ook al afgebroken!"

Een soldaat krijgt, net als zijn collega's, van de generaal de opdracht om ping-pong ballen te zoeken die in het bos verstopt liggen. Ze mogen er maximaal een week over doen om een setje te vinden. Ze gaan op zoek, en dezelfde avond keren er al soldaten terug. Ook de volgende dag, en de dagen erna, komen er soldaten met ballen terug. Zelfs op de 7e dag nog. Maar die ene soldaat is er nog steeds niet, dus de generaal begint toch wel ongerust te worden. Na twee weken komt de soldaat eindelijk terug. Hij is helemaal versleten en heeft overal wel een krasje. De generaal vraagt hem: "Hoe kan je er nou zo lang over doen om een setje ping-pong ballen te verzamalen? Zo moeilijk hadden we ze nou ook weer niet verstopt." Zegt de soldaat: "Ping-pong ballen? Ik had verstaan King-Kong ballen!" (King-Kong is een hele grote aap)

Een man en vrouw in een auto worden aangehouden door de politie. Agent: "U reed minstens 70 kilometer per uur en dat in de bebouwde kom." Man: "Nee meneer, ik ging maar 60 kilometer per uur." Vrouw: "Oh Harry, je reed wel 80 kilometer per uur." Agent: "Ik geef u ook een bekeuring vanwege uw achterlicht dat het niet doet." Man: "Achterlicht dat het niet doet? Ik wist niet dat mijn achterlicht kapot was!" Vrouw: "Oh Harry, je rijdt al weken met een kapot achterlicht en dat weet je." Agent: "Ik geef u ook een bekeuring omdat u geen gordel draagt." Man: "Oh, ik heb mijn gordel net afgedaan toen u hierheen kwam lopen." Vrouw: "Oh Harry, je draagt nooit een gordel." De man draait zich om naar zijn vrouw en schreeuwt: "Hou toch eens je grote mond!" De agent richt zich nu tot de vrouw en vraagt: "Mevrouw, praat uw man altijd op deze manier tegen u?" Vrouw: "Nee agent, alleen als hij dronken is."

Jantje steekt zijn vinger op en klaagt tegen de juf: "Ik heb zo'n pijn aan mijn gat!" Juf zegt: "Je mag geen gat zeggen, noem het voortaan bips." Jantje komt na het speelkwartier binnen en biecht op: "Juf, bij het voetballen ging er iets mis, en nu zit er een bips in het raam!"