Stemmen!
Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij.
Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij.
Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij.
Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij.
Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij.
Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij.
Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij.
Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij.
Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij.
Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij.
Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij.
Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij.
Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij.
Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij.
Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij.
Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij.
Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij.
Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij.
Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij.
Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij.
Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij.
Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij.
Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij.
Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij.
Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij.
Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij.
Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij.
Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij.
Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij.
Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij.
Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij.
Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij. Stem op mij.